Hobbeldebobbel - Reisverslag uit Lusaka, Zambia van Mirko Vos - WaarBenJij.nu Hobbeldebobbel - Reisverslag uit Lusaka, Zambia van Mirko Vos - WaarBenJij.nu

Hobbeldebobbel

Door: Mirko

Blijf op de hoogte en volg Mirko

19 Juli 2011 | Zambia, Lusaka

Terwijl ik dit verhaal schrijf zit ik voor onze safaritent in Flatdogs Camp, in South Luangwa National Park. De bavianen lopen voor en achter me langs, de nijlpaarden en krokodillen liggen 50 meter voor me in de Luangwa rivier en we zijn net bij het zwembad weggejaagd door 3 olifanten, die de blaadjes aan de bomen precies op die plek het lekkerst lijken te vinden. Ik zou niet weten hoe ik beter kan uitleggen dat we letterlijk midden in de natuur zitten. De Nijlpaarden geven een concert weg met hun gebrul en gegrom. Erg stoer. Ik besef me heel erg wat een bijzondere plek dit is en wat een voorrecht om het allemaal zo voor je neus te zien plaatsvinden. Helemaal geen straf om op deze manier een verhaaltje te schrijven voor de blog.

Mijn gedachten moeten even terug naar dinsdag de 18e, 8:00 uur. Het ontbijt achter de kiezen. Vanochtend was het kennelijk nog te vroeg voor de apen. Maar de dassies vonden het wel prima om deze keer ‘aapjes te komen kijken’ voor ons raam. Weer een heel spektakel voor Joa, die weer zo naast zijn bed staat.
De auto is weer ingeladen en we gaan onderweg naar Zambia.
De eerste 5 uur van de reis gaan door Malawi. Terug naar de hoofdstad Lilongwe. Daar doen we wat boodschappen voor onderweg en dan vertrekken we richting grens.
Joa kijkt het eerste uur weer verwonderd uit het raam. We spelen op vakantie altijd het spelletje wat er anders is dan in Nederland. De spelregels hebben we voor de gelegenheid maar omgedraaid. Het is moeilijker om overeenkomsten te vinden dan verschillen. Het is altijd weer een feest om de wereld door de ogen van een kind te zien. Niets moeilijke gedachten. Gewoon heel simpele vragen over het hoe en waarom.
Wat misschien niet iedereen weet…Afrika is mijn favoriete continent. Soms is dat moeilijk te verklaren, want het is ook het armste continent. En waarom zou je op vakantie gaan om armoede te zien? Maar er is zoveel meer. Ik vind het mooi hoe de mensen hier met het leven om gaan. En ondanks dat ze niets hebben toch gelukkig zijn en een bepaalde warmte uitstralen. Afrika is ook het continent van de dieren en de natuur. En niet te vergeten van het avontuur.
Vaak vind ik het reizen door de landen nog leuker dan de bestemming. Gewoon omdat je zoveel ziet. Hoeveel mensen passen er achter in een pickup truck? Hoe zwaar kan je een vrachtwagen beladen? Hoe ver moet je lopen om water te halen of naar school te gaan? Hoe jong kan je hier zijn als je je eerste kindje krijgt? Hoeveel kilo kan je op je hoofd dragen? Waarom heb je een mobiele telefoon nodig als je amper geld hebt voor kleding of eten en je waarschijnlijk niemand buiten je dorp kent?
De wereld zien is niet alleen op een paar toeristische of spectaculaire plekken een kijkje nemen. Voor mij is dat kijken naar het leven in een land. De mensen ontmoeten en snappen wat er echt gebeurd. Als je dwars door een land reist krijg je een daar een prima idee van.

De supermarkt in Lilongwe is ook weer een bron van verbazing. Alles wat je als westerling zou wensen ligt in de schappen. Maar de prijzen zijn ook westers. Wie kan dat hier betalen, behalve dat handjevol expats?

Van Lilongwe rijden we verder naar het westen, naar grens met Zambia. Het lijkt hier iets welvarender te zijn. Correctie, iets minder arm.
Door wat problemen is brandstof op dit moment schaars in Malawi. In de buurt van Lilongwe, waar het overgrote deel van de auto’s rijdt, staan lange rijen voor de pompen. Gelukkig is onze tank nog halfvol en we besluiten bij de grens te tanken.
Prima keuze, want hier is geen auto te bekennen en dus ook geen rij voor de BP in Machinji. Kleine tegenvaller….de Prado blijkt 1 op 7 te rijden. Niet echt zuinig voor een diesel!

De grensovergang is een verhaal op zich. Uit het niets staat er een slagboom over de weg. Allerlei bedrijvigheid, maar totaal geen duidelijkheid wat er precies moet gebeuren. Dat zet ons wel gelijk op scherp, want we weten dat een foutje bij de grensformaliteiten grote problemen kan geven. Zeker omdat we zelf met een auto de grens over gaan. Gelukkig biedt de Lonely Planet uitkomst. Er staat redelijk goed beschreven wat je moet doen om Malawi uit te komen en Zambia in. Ook met een auto. Volgende uitdaging, waar moet je wat regelen, want ook dat is hier totaal niet duidelijk. Na wat rondvragen hebben we gevonden waar we moeten zijn. Eerst krijgen we een exit stempel voor Malawi. Dan moeten we naar een ander loket en daar moeten we een tijdelijk uitvoer document voor de auto regelen. Een ongelofelijk gedoe en veel papierwerk. Ze werken hier ook nog met een ouderwets grootboek, waarin alles handmatig wordt bijgeschreven. Het boek ziet er uit alsof het 200 jaar geleden in gebruik is genomen.
Gelukkig is de officiële taal hier Engels, dus er is in ieder geval goed uit te komen, wat het papierwerk betreft.
En gelukkig ook hebben we de WA verzekering voor de auto al van tevoren geregeld. We zijn in alle landen waar we deze vakantie komen gedekt met de Comesa Yellow Card. Anders hadden we dat ook nog eens moeten regelen aan de grens.

Na drie kwartier zijn we Malawi uit. Nu nog Zambia in.
De omgekeerde procedure. Eerst een visum regelen om het land in te mogen. USD 80 per persoon. Hatsiekadee. De toon is al gezet. Hahaha.
En vervolgens de tijdelijke invoer van de auto regelen.
Papierwerk, papierwerk, papierwerk. Weer het grootboek uit de tijd van Livingstone. Ik kan inmiddels alles dromen. Kenteken, chassisnummer, motorblok nummer van de auto, paspoortnummers van mij, Kim en Joa.
Na weer een uur staan we eindelijk in Zambia. We zijn blij dat dat achter de rug is. Op de een of andere manier is zo’n grensovergang toch spannend. Dan realiseer je je ook pas hoe relaxed het is om in de EU van land naar land te kunnen reizen zonder ook maar af te remmen met je auto.
Ik moet wel eerlijk bekennen dat hoewel het sfeertje aan de grens niet heel gezellig was, de mensen toch wel heel vriendelijk, beleefd en behulpzaam waren. Alles wat we hier over gelezen hadden was dat het norser zou zijn en daar waren we ook op voorbereid, maar we zijn uiteindelijk prima geholpen. Het duurde alleen lang.

Het eerste half uur in Zambia rijden we over heerlijk vlak asfalt. De eerste indruk van Zambia is dat het niet zoveel verschilt van Malawi. Iets minder dorpjes en huisjes direct langs de kant van de weg. Ook hier weer de glimlach van oor tot oor als je je hand opsteekt
Maar na dit eerste stuk wordt het feest. De geasfalteerde weg stopt ineens en er wordt een poging gedaan om een weg door te trekken. Met nadruk op een poging, want veel logica zit er niet in. Om de paar kilometer een stukje asfalt van een paar honderd meter. Soms mogen we daar op rijden. Meestal niet. Niets is met elkaar verbonden.
Het zal de bedoeling zijn om de weg uiteindelijk helemaal aan te leggen van Chipata tot aan Mfuwe (zo’n 80 kilometer), maar dat moet een meerjarenplan zijn.
Er is een tijdelijke weg aangelegd, soms links van de ‘nieuwe’ weg en soms rechts, dus we slingeren vrolijk over de onverharde weg, hobbelend richting ons doel van vandaag, South Luangwa National Park.
De eerste 50 kilometer is de weg niet eens heel slecht, alleen heel erg stoffig. Hier toch ook steeds huisjes en dorpjes naast de kant van de weg. Het is het droge seizoen, alles is gortdroog. Vandaar ook alle stof. Het is van dat heel fijne gruis wat overal tussen komt te zitten en we hebben het een beetje te doen met de locals hier. Dat kan nooit gezond zijn. Al het verkeer wat langs komt werpt een enorme stofwolk op en wij dus ook.
Op deze weg halen we zo’n 60-70 km/h en dat hebben we nodig ook om op tijd (lees: voor het donker) in ons safari kamp aan te komen. Maar met dat tempo zetten we iedereen in een grote stofwolk….

Dit is een ongelofelijk landelijk gebied en South Luangwa ligt redelijk afgelegen. De mensen moeten hier van de landbouw leven, want verder is hier niets. De weg zal daar best verandering in brengen en het gebied makkelijker toegankelijk maken. Aan de ene kant denk je, deze mensen zijn straatarm. Maar aan de andere kant, als er niets is, waar moet je dan je geld aan uitgeven?

Na een kilometer of 60 zit er ineens een enorm gat in de weg. Groot als in zo’n 10 bij 10 meter en een 3 meter diep. Daar komen we met geen mogelijkheid omheen. Kennelijk hebben we een omleiding gemist, want het kan niet zijn dat de weg echt afgesloten is.
Ik stap uit de auto om de situatie te bekijken en gelijk komen er een paar locals op me af. Ik krijg van iedereen een grote glimlach en er moeten heel wat handen worden geschut. Ze spreken haast geen Engels maar met handen en voeten komen we een heel eind.
De eerste vraag is of ik sigaretten heb. Het antwoord is natuurlijk nee en dat is kennelijk hilarisch. Ik probeer te vragen hoe ik voorbij dit gat kom en ze leggen uit dat we een stuk terug moeten en dat er een weggetje naar rechts gaat. Als we die nemen, dan rijden we om dit stuk heen.
We hebben dan wel geen sigaretten, maar nog wel 1 donut over van onze boodschappen in Lilongwe. Die geven we weg. Ze zijn er dolgelukkig mee. De donut wordt snel in 8 stukken getrokken, verdeeld, en is binnen 2 seconden weg.

De omleiding leidt ons langs nog meer hutjes en langs mensen die normaal niet zoveel verkeer zien. Zeker geen Toyota Prado.

Niet lang na dit stuk wordt de weg echt dramatisch. Eerst heel grof gravel. De keien maken het rijden echt vervelend en alles trilt en rammelt in de auto. Harder dan 50 km/h is onmogelijk. Maar het ergste stuk moet dan nog komen. Diepe kuilen, grote gaten.
In het begin probeer ik nog om de gaten heen te sturen, maar dat is onbegonnen werk. Deze weg is meer kuil dan gat. Het is wel meteen duidelijk waarom we een 4x4 met veel bodemspeling hebben gehuurd. Met een normale personenwagen hadden we na 3 meter vast gestaan. Dit voelt een beetje als de Camel Trophy. Harder dan 20-30 km/h lukt echt niet. Vaak moet het zelfs stapvoets. Op zich best avontuurlijk, maar na een hele dag in de auto is het ook erg vermoeiend.

Eindelijk, net voor 18:00 komen we in Mfuwe aan. Hier ligt gelukkig nog een klein lapje asfalt. Even rijden zonder hobbelen.

We slapen de komende 4 nachten in Flatdogs Camp. Een safari kamp aan de rand van South Luangwa. We komen aan als het net donker is. Na het inchecken worden we naar onze tent gebracht. Het is zo’n ‘Out of Africa’ tent, met openlucht badkamer daar aan vast. In het midden een 2 persoons hemelbed met klamboe. Daar achter is een bed voor Joa neergezet. Uiteraard ook met klamboe er overheen.
Degene die ons naar de kamer brengt vertelt ons gelijk alle do’s and don’ts. Geen overbodige luxe op deze plek in de vrije natuur. Zo mag je bijvoorbeeld geen eten of snoep in de tent bewaren. Olifanten en apen ruiken dat feilloos en zullen er alles aan doen om het te pakken te krijgen. Er mag ook geen eten in de auto blijven liggen want er zijn verhalen bekend over olifanten die een auto omduwen om er bij te kunnen komen.

De tent staat aan de Luangwa rivier, die vol zit met nijlpaarden. We horen de nijlpaarden brommen en grommen. De andere geluiden van de natuur als een kakofonie om ons heen. Dit is een super romantische plek en heel bijzonder zomidden in de natuur.

Als we van onze tent naar het restaurant willen lopen moeten we met ons zaklamp zwaaien. Dan komt er een bewaker naar ons toe om ons te begeleiden. Het is een kleine 200 meter. Maar het is pikdonker en om Flatdogs staat geen hek. Alle dieren kunnen dus vrij door het kamp lopen. De bewakers weten precies hoe en wat en brengen ons dus veilig van en naar de tent.

Het restaurant is fantastisch, niet alleen qua plek en hoe het er uit ziet, maar ook qua menukaart en kwaliteit van het eten. Ongelofelijk dat dit midden in de bush staat. Alles moet hier naartoe worden gebracht en dit voelt echt luxe.

Het eerste wat we horen als we in het restaurant aankomen is….Nederlands. De eerste gedachte is: shit, vlieg je ruim 10 uur, zit je vervolgens 10 uur in de auto naar een afgelegen plek in Zambia en dan kom je andere Nederlanders tegen. Hoe bizar is dat?
Het is een gezin uit Rotterdam (om de hoek, hoe bestaat het) met 2 kinderen van 18 en 21. De man, Alexander, komt naar ons toe om even een praatje te maken en het ijs is gelijk gebroken. Dit zijn hele leuke en relaxte mensen.

Na het eten gaan we gelijk naar bed. Moe van de reis.
We slapen onder een ongelofelijk mooie sterrenhemel. De hemel is kraakhelder en we zien een hoeveelheid sterren die je normaal niet ziet. Met de duetten van de nijlpaarden en de geluiden van de natuur vallen we in slaap. Rustgevende herrie.

  • 28 Juli 2011 - 20:53

    Sandra:

    Super hoor!

  • 03 Augustus 2011 - 11:33

    Renate:

    Wat een bak zeg. Ik denk maar ik zie helemaal geen reisverhalen. Hoe zal het gaan. haha was deze doos jullie pagina helemaal vergeten!! Dus ik ben nu heerlijk aan het lezen. Mirko mijn complimenten weer. Ik zou alles bundelen en een boek uitbrengen :-) Hahaha zie je jullie hadden mij mee moeten nemen voor de sigaretten :-) Mis jullie en ga snel verder lezen. xx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Mirko

Actief sinds 12 Juni 2011
Verslag gelezen: 183
Totaal aantal bezoekers 91050

Voorgaande reizen:

18 Juli 2014 - 10 Augustus 2014

USA & Canada 2014

03 Augustus 2013 - 26 Augustus 2013

Singapore, Sumatra en Maleisie 2013

18 Augustus 2012 - 31 Augustus 2012

Indonesie 2012

06 Juli 2012 - 28 Juli 2012

Vietnam 2012

16 Juli 2011 - 13 Augustus 2011

Afrika 2011

Landen bezocht: