On the road again - Reisverslag uit Makuti, Zimbabwe van Mirko Vos - WaarBenJij.nu On the road again - Reisverslag uit Makuti, Zimbabwe van Mirko Vos - WaarBenJij.nu

On the road again

Door: Mirko

Blijf op de hoogte en volg Mirko

30 Juli 2011 | Zimbabwe, Makuti

Vandaag is onze eindbestemming Zimbabwe. Een nieuw land voor ons tijdens deze reis en weer de grens over. Het is een mooi moment om terug te kijken naar wat we allemaal al hebben gedaan. We zijn nu ongeveer op de helft.
Zoveel grappige dingen, zoveel wat anders is, zoveel typisch Afrikaans.

Hoewel er hier geen Swahili wordt gesproken is 1 woord hetzelfde als in Swahili: wazungu. Dat betekent blanke man. Dus als ze je geen ‘boss’ noemen, dan is het wel ‘wazungu’. Sommige mensen denken dat je hun taal niet kan verstaan. Dat klopt natuurlijk ook wel, maar als het woord wazungu valt, dan weet je dat er over je gesproken wordt.
Waar ik volgens mij ook nog niet over heb geschreven zijn de geuren van Afrika. Hoe kunnen we dat nu eens in 2 woorden samenvatten? Oh ja: geen deodorant. Hahaha.
Mensen stinken ongelofelijk naar zweet. Mannen en vrouwen, maakt niet uit. Combinatie van niet wassen, geen deo gebruiken en dezelfde kleding als de rest van de week/maand. Soms is het zo erg, dat je bijna over je nek gaat. Als je een min of meer gesloten ruimte inloopt met een paar Zambianen, dan loop je er gelijk tegenop. Een muur van oud zuur zweet. Dat went echt niet en het is niet zo dat je het na een tijdje niet meer ruikt of zo. Direct krijg ik ook herinneringen aan vakanties in Kenia, Tanzania, Uganda, Rwanda of Mozambique. In ontwikkelingslanden op andere continenten zal persoonlijke hygiëne en een gebrek aan deodorant ook een issue zijn, maar dit ruikt op de een of andere manier heel Afrikaans.
Nu hebben we onze eigen auto, maar in andere vakanties ging ik eigenlijk altijd met lokaal vervoer. Dan zat je vaak met een mannetje of 20+ in minibusjes waar je eigenlijk met 9 mensen in past. Kleine ruimtes en dan 20 stinkende mensen heel dicht om je heen. Reiservaringen om nooit te vergeten…..

Livingstone ligt op de grens met Zimbabwe. De ene kant van de Zambezi rivier is Zambia, de overkant Zimbabwe. De brug bij de watervallen is de grens.
Dit is niet de plek waar wij de grens over kunnen. We gaan 4 dagen naar Mana Pools, een national park wat stroomafwaarts aan de Zambezi rivier ligt. De snelste weg daar naartoe is dezelfde snelweg terug door Zambia, die we ook hebben genomen om van Lusaka naar Livingstone te rijden. De T1. Zouden we bij Livingstone de grens al over gaan, dan wordt het een hele lange rit over gravelwegen om bij Mana Pools te komen.
Dus we rijden eerst 400km terug, om vervolgens naar het oosten af te buigen en bij Chirundu de grens over te gaan. Livingstone is echt de verre uithoek van onze reis geweest.
Gelukkig is de weg richting Lusaka in heel goede staat, dus we kunnen weer lekker doorrijden. Er is niet veel verkeer. Het meeste is vrachtverkeer, wat uit Zimbabwe, Botswana of Namibië komt. Inhalen is geen probleem, want er zijn ook weinig tegenliggers.

Wat opvalt zijn de talloze kleine en grote branden langs de kant van de weg. Dit is de droge tijd van het jaar. De laatste regen is eind april gevallen en het is kurkdroog en stoffig. Er is maar 1 vonkje nodig om het dorre gras en de droge struiken in de brand te zetten. Als je dwars door Zambia rijdt, zie je het overal. Soms komt het vuur tot vlak naast je auto, waar de berm ophoudt en de weg begint. Dan voel je de hitte in je auto. Soms is het een klein brandje en soms hectares groot, met grote rookwolken van kilometers breed. Het lijkt wel of het hele land brand. We hebben gehoord dat het ook express gebeurt, om het land weer vruchtbaar te maken, maar het meeste is onopzettelijk. Vaak zie je hele grote stukken zwart verbrand land. De bomen ontspringen meestal wel de dans. Je vraagt je af of er ook wel eens huisjes verloren gaan.

Rond lunchtijd rijden we langs een wegrestaurant. Het ziet er keurig netjes uit. In mooie kleuren geschilderd, schoon en bijna on-Zambiaans. Prima plek om even wat te eten.
Maar wat blijkt…..ze hebben geen bevoorrading gehad en er valt niets te verkopen.
Heb je een mooi restaurant, kan je niets klaarmaken. Ook dat is Afrika.

Een paar kilometer verder, bij de kruising met de T1 en de T2, die wij moeten nemen om bij de grens te komen, is het een drukte van belang. Het is een van de weinige kruisingen van snelwegen in Zambia en er is een soort marktje ontstaan, voor allerlei groenten, fruit en rieten manden. Het lijkt wel of iedereen die hetzelfde verkoopt bij elkaar staat.
Wij besluiten wat bananen te kopen. Niet alleen voor de gezonde trek (het is ook al lunchtijd), maar ook voor het schouwspel.
Zodra ik de auto stop ter hoogte van de dames met bananen, springen er zeker 15 op en rennen naar de auto. Alle trossen bananen worden links, rechts en aan de voorkant tegen de ramen gedrukt. Als ik mijn raampje open doe komen er minimaal 5 armen naar binnen, met een grote tros bananen. Iedereen roept zijn prijs, afhankelijk van de grootte van de tros. 5,000 Kwacha, 7,000, 10,000. Wat een gekkenhuis!
We proberen in de chaos een goed uitziend trosje uit te zoeken en betalen snel. De anderen teleurgesteld achterlatend. Hoeveel bananen kan je kopen? En nee, ik hoef geen appels, sinaasappels of tomaten.
Dit is pas concurrentiestrijd.

Vanaf dit punt moeten we nog anderhalf uur tot aan de grens. Je ziet aan alles dat dit een erg arme streek is. We hebben al eerder in een heel arm gebied meegemaakt, dat een agent, bij een controle post, bedelde om een flesje water. Nu zijn er wegwerkers, die bedelen om wat eten. Als we aan komen rijden op de plek waar ze aan het werk zijn, dan stoppen ze met graven en brengen de handen de mond, met een gebaar van ‘eten’.
Het is het warmste moment van de dag en het lijkt keihard werk te zijn in de volle zon. Dus we hoeven er niet lang over na te denken en geven de resterende bananen weg. Dat levert grote blijdschap op bij de mannen naast de auto.
Maar 2 kilometer verderop staat nog een groep en ook zij bedelen om eten. Nu hebben we helaas niets meer om weg te geven. Beschaamd rijden we verder.

Bij de grenspost Chirundu hebben de overheid van Zambia en Zimbabwe geprobeerd om het hele proces van de grens passeren efficiënt te maken. De 2 grensposten zijn in 1 gebouw gecombineerd in theorie kan je zo van het ene naar het andere loket.
Nou geloof me, dit is niet de EU en zo makkelijk en efficiënt is het allemaal niet. Zeker niet, omdat we ook nu weer een auto moeten uitvoeren uit Zambia en invoeren in Zimbabwe.
Als we de auto parkeren zien we dat de rij mensen voor het loket ‘vertrek uit Zambia’ tot ver buiten de het gebouw loopt. Er zijn aardig wat mensen voor ons. Dit wordt geduld hebben. Ik vul in de rij vast de papieren in voor een visum voor Zimbabwe.
Om een of andere onverklaarbare reden komt een douanier zeggen dat we niet helemaal in de rij hoeven wachten, maar vooraan mogen gaan staan. We voelen ons een beetje opgelaten, dat we iedereen voorbij gaan. Dit zou toch niet iets te maken hebben met het feit dat wij blank zijn? Maar het komt aan de andere kant niet slecht uit.
Zambia zijn we daardoor snel uit.
Ook de auto mag Zambia verlaten nadat ik het tijdelijk import bewijs voor Zambia heb ingeleverd. Shit, dan moet ik dat dus over 5 dagen ook weer invullen als we de auto weer in willen voeren…..
Maar dan begint het lange wachten. Eerst moeten we een visum kopen voor Zimbabwe. Je hebt langzaam en je hebt langzaam en dit gaat echt langzaam. Er moet van alles in grootboeken worden geschreven. Handgeschreven betaalbewijzen, de visa (een grote sticker voor in je paspoort, ook met de hand ingevuld) en heel veel geknoei met carbonpapier (ja, ja, het bestaat nog). En dan komt het interessantste deel van vandaag. De oplettende douanier ziet dat Joa niet de achternaam heeft van Kim of mij. Hoe zit dat?
Het is natuurlijk makkelijk uit te leggen hoe dat zit, maar hoe kan je in zo’n geval aantonen dat een kind je kind echt wel is? Ze vragen om de geboorteakte. Die hebben we natuurlijk niet bij ons.
Ze weten niet zo goed wat ze er mee aan moeten. Natuurlijk snap ik de implicaties van dit verhaal. Iemand zou zomaar met een kind wat niet van hem of haar is naar een ander land kunnen vertrekken. Natuurlijk moet daar goed op gelet worden. Er gaan allerlei scenario’s door mijn hoofd.
Maar wat is het verhaal? Ze maken zich alleen maar druk of we dan voor Joa een los visum a USD 30 moeten kopen. Normaal zijn kinderen gratis en moeten alleen volwassenen een visum kopen. Maar nu we niet kunnen aantonen dat Joa Kim’s kind is, willen ze ook voor hem een betaald visum. Belachelijk! Niemand maakt zich druk over andere problematiek.
Beleefd maar wel heel dringend laat ik weten wat ik daar van vind. Als kinderen per definitie geen betaald visum nodig hebben, dan hebben ze dat toch ook niet nodig als je niet kan aantonen of je de moeder bent? Gratis is gratis.
Nu zijn ze helemaal in de war, maar het balletje rolt precies de kant op waar ik het hebben wil. We betalen voor 2 visa voor volwassenen en Joa krijgt netjes een gratis stempel.
Nooit gedacht dat dit een issue zou zijn, dus volgende keer nemen we gewoon een geboorteakte mee. Je zou toch niet echt in de problemen willen komen omdat je niet kunt aantonen dat je kind je kind is.

Nu we zelf Zimbabwe binnen mogen, is de auto aan de beurt. Eerst moeten we naar het kantoortje van Interpol Zambia. Die checken of de auto niet als gestolen opgegeven staat. Op advies van het verhuurbedrijf hadden we bij vertrek uit Malawi al bij Interpol in Lilongwe een certificaat gehaald, waaruit dat blijkt. Dus nu is het slechts een formaliteit. Helaas wel eentje waar we eerst 20 minuten op staan te wachten (de dienstdoende politie agent was in geen velden of wegen te bekennen). En formaliteit betekent hier tock ook elke keer weer veel papierwerk.
Vervolgens moeten we naar Zimbabwe customs om een tijdelijk invoervergunning in te vullen voor de auto. Dan moeten we naar Interpol Zimbabwe (een kantoortje verder) voor de nodige stempels. Vervolgens naar weer een ander loket om de CO2 tax te betalen. En dan naar het laatste loket voor de laatste stempel. Elke stap vergezeld van veel handmatig papierwerk. Ik ken ondertussen echt alle nummers uit mijn hoofd. Paspoort nummers, chassisnummer en motorbloknummer van de auto. Noem maar op. Maar de auto mag Zimbabwe in.

In totaal twee uur verder en USD 85 armer kunnen we weer onderweg. Uiteraard niet voordat we op 3 plekken alle documenten en stempels hebben laten zien en dat ik voor de zoveelste keer een grootboek heb in mogen vullen met alle details over ons en de auto.

Gelukkig hoeven we nu nog maar een klein uurtje te rijden tot aan de ingang van het park. Mana Pools ligt tegen de grens met Zambia. Alleen zullen we vanaf dat punt nog een uurtje of drie diep de bush in moeten rijden. Vandaar dat we vannacht in Makuti blijven slapen. Een piepklein plaatsje vlakbij de ingang van het national park. Het is nu 16:00 uur. Om deze tijd is de ingang al dicht en zou de resterende rit nog te lang duren. Mana Pools is 100% zeker geen plek waar je in het donker zou willen rijden, zonder gewapende ranger bij je. In dit gebied zijn de dieren de baas en al het grote wild zit hier, inclusief alle roofdieren. Dat hadden we thuis al voorzien en waren een zoektocht begonnen naar een hotel of lodge in de buurt van de main gate.
Dat viel niet mee, maar is toch gelukt. Hoewel Makuti niet meer dan een handjevol huizen telt is er toch een lodge. Geen website, niets. En ze zijn ook net weer open.
Door alle onrust in Zimbabwe in de afgelopen jaren zijn de toeristen weggebleven en moest de lodge zijn deuren sluiten.
Nu ze weer open zijn, zijn wij op dit moment de enige gasten. In het register zien we dat ze in de afgelopen weken maar 5 gasten zijn geweest. Niet echt een goede basis om weer open te zijn….
We hebben het trouwens vaker gehad deze trip, dat we de enigen waren. In Livingstone zijn we 2 dagen de enigen geweest in Natural Mystic en waar we nu zitten in Mana Pools (op het moment dat ik dit verhaal schrijf) zijn we ook de enigen. Hoogseizoen is een relatief in niet-toeristische landen.
Hier in Mana Pools voelt het heel exclusief, maar op de andere plekken voelde het een beetje vreemd om de enige te zijn.

Ook hier in Zimbabwe zijn ze ongelofelijk attent en hulpvaardig. We worden prima verzorgd. Je vraagt je alleen wel af hoe vers het eten kan zijn als je haast geen gasten hebt en toch spullen in huis moet hebben. Daarnaast hebben ze hier bijna iedere dag lange stroomstoringen, dus dat lijkt me ook niet zo goed voor de koelkast of vriezer…..

Op het moment dat we aankomen is er ook een stroomstoring, dus we dineren bij kaarslicht. Onbedoeld toch heel romantisch. En in onze kamer moeten we het met 2 kaarsjes en onze hoofdlampjes doen. Om 21:00 floept ineens de stroom weer aan.
Joa’s DVD spelertje hadden we in de oplader gehangen, maar die stond kennelijk nog aan toen de batterij leeg was. Dus ineens begint er iets te spelen in de andere kamer. Volume best hoog. Het duurde even voordat we doorhadden wat het was. Aha, de stroom is terug.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Mirko

Actief sinds 12 Juni 2011
Verslag gelezen: 185
Totaal aantal bezoekers 90897

Voorgaande reizen:

18 Juli 2014 - 10 Augustus 2014

USA & Canada 2014

03 Augustus 2013 - 26 Augustus 2013

Singapore, Sumatra en Maleisie 2013

18 Augustus 2012 - 31 Augustus 2012

Indonesie 2012

06 Juli 2012 - 28 Juli 2012

Vietnam 2012

16 Juli 2011 - 13 Augustus 2011

Afrika 2011

Landen bezocht: